Een teamgecentreerde arbeidsorganisatie (TAO) op een kleine basisschool.
Een teamgecentreerde arbeidsorganisatie (TAO) op een kleine basisschool, (hoe) kan dat?
Vaak zijn basisscholen al sterk gefocust op de teamsamenwerking. Je hebt immers alle soorten taken die een school kent met elkaar te regelen, en je bent met een overzichtelijk groepje mensen. De lijntjes zijn kort.
Toch is er binnen het concept van de TAO iets cruciaals aan de hand, wat meestal niet vanzelfsprekend is op scholen. En misschien zelfs wel minder vanzelfsprekend op kleine scholen, juist omdat er relatief meer taakzwaarte is. We hebben het over het gesprek over de individuele leerling.
Onderwijsteam
Binnen de TAO is een groep leerkrachten samen, en allemaal evenzeer, verantwoordelijk voor de brede ontwikkeling van een groep kinderen, gedurende een aantal jaren. Die groep leerkrachten noemen we een onderwijsteam. Alle leden van het onderwijsteam zijn aanspreekbaar op de gehele ontwikkeling van hun leerlingen en het resultaat van hun begeleiding. Dit betekent niet dat er geen jaarlagen meer kunnen zijn (groep 3, groep 5, etc.), en ook niet dat er in units gewerkt zou moeten worden. Het betekent wél dat er nauw contact is tussen de leden van het onderwijsteam.
Samen verantwoordelijk
Het samen verantwoordelijk zijn kan alleen goed gaan als er regelmatig over de kinderen gesproken wordt. Vindt een leerling de nieuwe rekenmethode lastig? Als onderwijsteam bespreek je hoe de leerling het beste ondersteund zou kunnen worden en kom je in overleg tot een aanpak. Als groep bespreek je na een paar weken het handelen in de klas en het effect op de leerling. Zo leer je van en met elkaar, op basis van de praktijk. Je staat er als leerkracht niet alleen voor. Dit vereist hechte samenwerking tussen leerkrachten. De stelregel in de TAO is dat van alle samenwerkingen in de school het onderwijsteam verreweg de meest hechte samenwerking is.
Vaak zijn er op een school meerdere onderwijsteams voor verschillende groepen leerlingen. Behalve als de school zo klein is dat het totaal aantal leerlingen dat niet toelaat. In de TAO is de stelregel: een groep van 3 tot 7 leerkrachten is collectief verantwoordelijk voor 50 tot 90 kinderen. Op een kleine basisschool is dit vaak de totale populatie.
Kan de school dan alsnog een teamgecentreerde arbeidsorganisatie zijn?
Ja, dat kan. Het meest belangrijke kenmerk van de teamgecentreerde arbeidsorganisatie is immers de collectieve verantwoordelijk voor de brede ontwikkeling van een groep kinderen, gedurende een aantal jaren. Echter, ‘een groep kinderen’ is in dit geval: alle kinderen. En ‘een aantal jaren’ is in dit geval: alle jaren op de basisschool. Dit betekent dat alle leerkrachten van de school[1] aanspreekbaar zijn op de gehele ontwikkeling van alle leerlingen, van groep 1 t/m 8.
Dit vraagt in de praktijk kennis bij iedereen over alle ontwikkelingsfases van kinderen en alle curriculuminhouden. Dat is niet eenvoudig en is waarschijnlijk een leercurve waar een team een aantal jaren over doet. Het met en van elkaar leren is dan extra belangrijk. Een ‘typische kleuterleerkracht’ staat open voor de ontwikkeling van prepubers en de leerkracht van groep 7-8 verdiept zich verder in spelend leren en het magische denken.
Ontwerpregels
Daarnaast is het belangrijk om goed te kijken naar de ontwerpregels met betrekking tot het aantal fte’s in een onderwijsteam. Deze ‘regels’ hebben te maken met de aanstelling en het takenpakket van de leerkrachten in het onderwijsteam. De ontwerpregels borgen dat alle leerkrachten in het onderwijsteam genoeg tijd hebben om met elkaar te praten. En dat alle leerkrachten genoeg tijd hebben om alle kinderen waar ze verantwoordelijk voor zijn (tot op zekere hoogte) te leren kennen. Immers, als de leerkrachten de kinderen niet kennen en/of niet met elkaar kunnen overleggen, hoe kunnen ze dan goed collectief verantwoordelijk zijn?
De stelregel in de TAO is dat leerkrachten bij voorkeur 60% (of meer) van de kinderen waar ze verantwoordelijk voor zijn regelmatig zien. Dit betekent niet dat ze perse de groepsleerkracht zijn voor 60% (of meer) van de kinderen, maar wel dat ze bijvoorbeeld de kinderen zien in één of twee niveaugroepen waar ze les aan geven, of bijvoorbeeld op een leerplein. Er zijn vele vormen te bedenken om te borgen dat de leerkrachten 60% (of meer) van de leerlingen meemaken.
Een andere stelregel in de TAO is dat het gehele onderwijsteam elkaar minimaal 1x in de twee weken spreekt. Dit betekent een vast overlegmoment waarop alle collega’s werken. Voor scholen met veel kleine aanstellingen (0,2-0,4 fte) is dat een grote uitdaging, want er is vaak geen dag in de week waarop iedereen op school is. Dit is problematisch, omdat leerkrachten dan moeten terugkomen op hun vrije dag om aan het tweewekelijks overleg te kunnen deelnemen. In de praktijk vraagt de TAO dus om grotere aanstellingen (liefst minimaal 0,6 fte). Hier kan gedurende een aantal jaren naartoe gewerkt worden, met een combinatie van het natuurlijke verloop, sturing van de schoolleiding en natuurlijk sturing vanuit het onderwijsteam zelf. Hierbij is er de uitdaging dat het wenselijk is dat (een groot deel) van het onderwijsteam een aantal jaren bij elkaar blijft. Te veel wisselingen in het onderwijsteam komen de hechte samenwerking niet ten goede. Best een puzzel dus, maar niet onmogelijk.
Wat als het leerlingenaantal tussen circa 90 en 120 leerlingen schommelt?
Dan is het verstandig, en waarschijnlijk ook haalbaar om twee kleine onderwijsteams van 3 of 4 leerkrachten te vormen. De onderwijsteams baseer je dan op ‘logische’ ontwikkelingsfases van kinderen[2]. Dus bijvoorbeeld een onderwijsteam voor de groepen 1-4 en een onderwijsteam voor de groepen 5-8. Hiermee maak je bovengenoemde uitdaging, dat bij iedereen kennis moet zijn over alle ontwikkelingsfases van kinderen en over alle curriculuminhouden, kleiner. De kennis mag zich beperken tot de helft van de leerjaren[3]. De ontwerpregels met betrekking tot het aantal fte’s in een onderwijsteam blijven hetzelfde.
Wat als je een start- of groeischool bent?
Wat nu als je een start- of groeischool bent en in de groepen 1-4 veel meer kinderen komen dan in de groepen 5-8? Dan kun je een groeimodel aanhouden. Bijvoorbeeld de eerste jaren één onderwijsteam voor alle groepen. Na een tijdje maak je twee onderwijsteams voor de ‘logische’ ontwikkelingsfases² (bijvoorbeeld groep 1-4 en groep 5-8, of groep 1-3 en groep 4-8). Eventueel is het ene onderwijsteam groter dan het andere, bijvoorbeeld vijf leerkrachten voor de onderbouw en drie leerkrachten voor de bovenbouw. En in weer een volgende fase maak je drie onderwijsteams², bijvoorbeeld één voor de groepen 1-3, één voor de groepen 4-5 en één voor de groepen 6-8, waarbij de onderwijsteams voor de groepen 1-3 en 4-5 groter zijn, met misschien wel 6 of 7 leerkrachten. Blijf alert op te veel wisselingen in de onderwijsteams. Probeer een basis te houden van leerkrachten die een paar jaar met elkaar samenwerken. Wisselingen in de onderwijsteams komen de hechte samenwerking niet ten goede.
[1] Uitgezonderd leerkrachten/onderwijsassistenten met een hele kleine aanstelling. Die worden in de TAO gezien als ‘gastleerkracht’ en zijn geen onderdeel van het onderwijsteam. Zij zijn geen onderdeel van de collectieve verantwoordelijkheid voor de kinderen.
[2] Wat ‘logische’ ontwikkelingsfases van kinderen zijn bepaald de school zelf. Soms wordt er gekozen voor groep 1-3, 4-6 en 7-8, maar soms ook voor 1-2, 3-5, 6-8 of 1-3, 4-5, 6-8. Uiteraard hangt het ook samen met de leerlingenaantallen.
[3] Hoewel je natuurlijk altijd borgt dat onderwijsteams begrijpen ‘waar de kinderen vandaan komen’ en ‘waar de kinderen naartoe groeien.’
Contact
Heb je wat hulp nodig rondom jouw eigen TAO-team-puzzel? Of wil je verder praten over wat de TAO voor jouw (kleine) school kan betekenen? Aarzel niet om contact op te nemen met het TAO Kenniscentrum. Onze adviseurs helpen je graag verder.
Heb je interesse of wil je graag meer weten?
MAAK VRIJBLIJVEND EEN AFSPRAAK
Adres
Nicolaas Beetsstraat 146,
3511 HG Utrecht
Telefoon
Ben van der Hilst
06-54703393
Social Media
Kvk-nummer 88346811
Bekijk hier de Algemene voorwaarden van Het Leren Organiseren.